1953
Als klein kind vond ik de watersnood alleen maar spannend, de straat waar wij destijds woonden was een voormalige dijk en lag dus hoger dan de gemiddelde straat. Wij hadden thuis dus geen water, wel had ik uit voorzorg, mijn kleine stoeltje uit de speelhoek naar boven gebracht want dan was het in ieder geval veilig dacht ik. Mijn moeder zei nog dat het niet echt nodig was maar ze liet me het maar doen . Zelf was ik nog ongerust omdat zij het zware dressoir niet naar boven kon tillen. Mijn vader was 'naar de dijk' om zandzakken te vullen en in het dijkgat te gooien, dat wist ik wel, maar waar de betreffende dijk was wist ik niet, maar dat maakte me niet uit. Mijn vader en de andere vaders, waren sterk en zouden het water wel tegenhouden, daar was ik van overtuigd. Toen het eb was ben ik nog met mijn moeder naar het lagere deel van de plaats waar wij woonden wezen kijken. Want dat wilde ik graag omdat de kleuterschool, waar ik na mijn verjaardag heen zou gaan, daar was. Inderdaa